Huiselijk geweld, wat kun je als vrijwilliger doen!
Als vrijwilliger weet je veel over de persoon waar je contact mee hebt. Je ziet veel, je hoort veel en misschien vertelt de persoon veel aan jou over wat hem of haar dwars zit. Soms ben jij de eerste die opmerkt dat er iets aan de hand is. Wat moet je dan doen als je één van de signalen herkent?
En als je één van de signalen herkent, betekent dat niet direct dat er sprake is van huiselijk geweld. Maar, het betekent misschien wel dat je je zorgen begint te maken.
Vuistregel 1: Als je je zorgen maakt blijf er dan niet mee lopen.
Als het bij je rol als vrijwilliger past en je hebt een goed contact met de inwoner, dan is een praatje maken een goed idee. Laat merken dat je geïnteresseerd bent in hoe het met hem of haar gaat. Het is dan wel belangrijk dat je alleen met hem of haar bent.
Zo weet diegene dat hij/zij gezien wordt en niet alleen is. Stel daarna voorzichtig een open vraag. Zo geef je iemand de gelegenheid om te vertellen hoe het écht met iemand gaat. Het kan natuurlijk dat iemand er niet over wil praten. Als iemand het gesprek uit de weg gaat, betekent dat nog niet dat er niks aan de hand is.
Als een praatje maken geen optie is, kijk dan met wie je wèl kunt praten. Bijvoorbeeld met een vriend van de familie of een familielid. Of als het een oudere is die in een verpleeghuis zit, iemand uit het verpleeghuis.
Praat met elkaar over je zorgen, want samen weet je vaak meer. Als je met onbekenden van de persoon praat, dan mag je geen privacy gegevens geven. Dat betekent dat je de naam of het adres niet kunt noemen.
Vuistregel 2: Neem contact op met een professional.
Dat is bijvoorbeeld de vrijwilligerscoördinator van jouw organisatie of een bestuurslid van de organisatie. Maar natuurlijk kan je ook contact opnemen met Veilig Thuis. Daar kan je advies vragen. Ook anoniem.
Het is belangrijk dat je goed aan de professional kunt vertellen wat je zorgen zijn. Wat heb je daadwerkelijk gezien? En gehoord? Maar ook, wat heb je gedacht of gevoeld? Bij het bespreken van je zorgen is het heel belangrijk om een onderscheid te maken tussen feiten. Dus dat wat je daadwerkelijk hebt gezien of gehoord, en gedacht en gevoeld. Het kan voor jezelf helpen om het op te schrijven. De professional is verplicht te handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld. Als er geen professional is, dan neem je contact op met Veilig Thuis. Veilig Thuis is altijd bereikbaar via telefoon en chat. Als jij de situatie van de persoon beschrijft, kunnen zij je advies geven. Als Veilig Thuis je adviseert om een melding te doen, dan moet je je naam en de gegevens van de persoon vertellen.
De impact voor jou als vrijwilliger
Uit de praktijk is bekend dat het best impact heeft om je zorgen bij een professional uit te spreken. Als er een melding gemaakt moet worden bij Veilig Thuis, kan de twijfel toeslaan. Heb ik het wel goed gezien? Wie ben ik om eraan bij te dragen dat er een melding wordt gemaakt? Kan ik zomaar iemand beschuldigen?
Tegelijkertijd maken veel vrijwilligers zich ook veel zorgen. Ze vragen zich af of het wel goed gaat met de persoon. Moeten ze niet meer doen? Kan het niet gewoon gestopt worden? Ze voelen zich wanhopig of onmachtig. Deze gevoelens zijn heel gewoon en erbij horen.
Niets doen is geen optie
Het is goed om je dat te realiseren. Daarmee help je de persoon niet. Voorkomen dat het erger wordt en eraan bijdragen dat er iets verandert, betekent dat je iets moet doen. Het is belangrijk om er met iemand over te praten. Dat kan een professional zijn, maar ook iemand uit je omgeving, bijvoorbeeld een collega-vrijwilliger. Als je met een professional over je zorgen wilt praten, dan heeft de organisatie geregeld hoe zij met de privacy van betrokkenen omgaan. Hier kan je altijd naar vragen. Het is ook goed om te weten dat een melding bij Veilig Thuis altijd tot doel heeft om huiselijk geweld te stoppen.
(Bron: Movisie ouderenmishandeling, wat kan ik als vrijwilliger doen)